Laarsjes

De laarsjes in dit lesje zijn redelijk makkelijk te maken. Het zijn lage laarsjes met een stukje onderbeen. Maar je kunt natuurlijk ook hogere laarsjes kiezen als je dat leuker vindt.

De fimoklei goed doorkneden en er 2 balletjes van rollen. (foto 1). Hier 2 rolletjes van maken van zo'n 6 cm lang en 2 cm dik. (foto 2)
Buig nu de rolletjes in een hoek van 90 graden (foto 3) Zorg ervoor dat de wreef niet te diep wordt (geen hockeystick model!) anders een extra stukje fimo aanbrengen en uitwrijven. Laat de fimo nu geleidelijk dunner overlopen richting het uiteinde door de klei wat platter te drukken en naar de 'tenen' toe te wrijven. Vorm het uiteinde naar een punt toe (daar waar de grote teen ongeveer zit) (foto 4). Duw de punt een klein beetje omhoog. Zorg ervoor dat je een linker en een rechterlaars maakt, want voor je het weet zit je met 2 linker of 2 rechterlaarzen. ;-)
Het achterbeen is nu nog recht. Nu ga je de hak vormen. Je wrijft onder de voet de fimo naar achteren (richting hak) en je wrijft over het achterbeen de fimo naar beneden (richting hak). (foto 5) Zo krijg je meer fimo op de plaats van de hak. Maak hem mooi rond. Als het laarsje bij de enkel nog wat te dik is, kun je het laarsje op die plaats tussen duim en wijsvinger vastpakken en voorzichtig heen en weer draaien. Het laarsje zou er nu ongeveer uit moeten zien zoals op foto 6.
Aan de binnenkant van de voet van het laarsje maak je een holling met je duim (foto 7) zodat er meer model in komt. Werk steeds de 2 laarsjes tegelijk bij zodat ze even groot worden. Zo nu en dan even naast elkaar houden om te vergelijken (foto 8 + 9).
Zet ze nog eens naast elkaar om de houding te bepalen en of ze gelijk zijn (foto 9). Nu maak je een rolletje van fimo dat lang genoeg is om rondom het been te passen (foto 10).
Leg het rolletje klei om het been heen (foto 11) en duw het wat platter. Opletten dat je de bovenzijde niet platdrukt omdat dit iets van het been moet blijven afstaan. Het deel dat overloopt in de voet wel platdrukken en daarna met de vingers en mirette (foto 12) het geheel mooi glad over laten lopen, zodat je geen naad meer ziet.
Met een vochtge vinger er overheen wrijven doet wonderen. Je krijgt het dan veel sneller glad, je kunt zo ook de vingerafdrukken wegwerken. (foto 13). De bovenkant blijft wat van het been afstaan zodat het op een laarsje gaat lijken. Aan de voorkant snijd je nu de rand een stukje in. (foto 14)

Duw de fimo nu voorzichtig iets uit elkaar en vorm 2 punten, laat ze een beetje naar beneden wijzen (foto 15). Snijdt nu het been recht af op een paar cm boven het laarsje en maak een gaatje in het been met een coctailprikker (diep genoeg). Draai de prikker een beetje rond zodat het gat niet te smal is. Je kunt voor de zekerheid de laarsjes nog even aan het frame passen zodat je zeker weet dat het ijzerdraad erin past. Nu zijn ze klaar om de oven in te gaan. (foto 16)

  Bak de laarsjes in een voorverwarmde oven op 130 graden ongeveer 25 minuten. Laat ze goed afkoelen want fimo is pas volledig uitgehard als het afgekoeld is. Ik gebruik een houten plankje in de oven waar een paar flinke spijkers doorheen zijn geslagen. Ik plaats de laarsjes op de spijkers tijdens het bakken. Zo krijg je geen afdrukken van de bakplaat in de klei.

Na het afkoelen kunnen de laarsjes beschilderd worden. De stukjes onderbeen kun je eventueel patineren voor een wat warmere kleur. Dit doe je door een beetje donkerbruine patina op te brengen en dit direct weer uit te wrijven, zodat er een dun laagje overblijft.

Voor de laarsjes heb ik een bronskleurige acrylverf gebruikt. Metallic kleuren dekken vaak niet direct, het beste resultaat krijg je pas na de 2e of 3e keer beschilderen.